Via je telefoon gratis digitaal berichten versturen met WhatsApp is razend populair, vooral omdat het zo simpel is. Ook (huis)artsen maken er veel gebruik van. Om een collega te raadplegen, of om informatie te versturen.
Maar de Autoriteit Persoonsgegevens heeft daar nu, wat de medische beroepsgroep betreft, een streep door gezet. De kans is te groot dat anderen (vooral bedrijven) zo inzicht krijgen in vertrouwelijke patiëntinformatie.
Dat meldt de Autoriteit dinsdag 23 februari in het actualiteitenprogramma EenVandaag. De aanleiding vormt een reportage in NRC, afgelopen zomer, waarin uit de doeken werd gedaan hoeveel medici van WhatsApp gebruik maken om privacygevoelige informatie te delen.
WhatsApp is eigendom van Facebook, en van dat bedrijf is bekend dat de beveiliging niet altijd waterdicht is. Bovendien slaat het chatprogramma informatie, zoals foto’s, op die via WhatsApp verstuurd worden. En die foto’s kunnen dan weer op een andere plek op het internet opduiken.
De Autoriteit Persoonsgegevens vindt dat WhatsApp niet aan de normen voldoet wat betreft de bescherming van privacygevoelige gegevens. De artsen en ander medisch personeel moeten daarom overstappen naar een alternatief voor WhatsApp dat wel aan de standaard voldoet. De Autoriteit Persoonsgegevens stond tot 1 januari jl. bekend als College Bescherming Persoonsgegevens.
> Meer over dit onderwerp bij EenVandaag en NRC.